De koning hield meteen op met mopperen toen hij zag wat de kinderen voor hem gemaakt hadden.
Hij had een nieuwe, schitterende kroon! De kinderen begonnen aan de tocht terug naar hun gezellige huisjes. Sommigen maakten zich wel een beetje zorgen omdat de dingen, de dieren en de mensen niet allemaal hun vroegere kleur hadden teruggekregen. Ze zagen oranje bomen en blauwe en rode. In die bomen sprongen eekhoorntjes met regenboogstaarten. Op de grond kropen slakken met huisjes in alle kleuren van de regenboog. Het haar van Ella was een beetje roze. De ogen van Amber waren nu paars. En Ferre was helemaal geel gekleurd. Lien was helemaal oranje en Renée was appelblauwzeegroen. De benen van Ines waren blauw, de handen van Yena roze. In een oranje boom, niet zo ver meer van hun huisjes, zat een grijze uil. "Vraag aan de uil...", fluisterde Fien "of het erg is dat de kleuren niet meer juist zijn." "Ja, uilen zijn slim, die zullen dat wel weten.", zei Lize. "Dat klopt niet!", zei Wannes, "Uilen zijn helemaal niet slim of wijs. Ik heb dat geleerd tijdens een roofvogelshow!" "Het is niet belangrijk welke kleur de dingen of de mensen hebben.", sprak de uil, "alle kleuren samen maken de wereld mooi." En zo zie je dat ook een domme uil een wijze uitspraak kan doen. Einde |