|
Het blauwe water was een grote plas in het bos. Alle dieren kwamen er drinken.
Aan de overkant van de plas zat er een rare beer. Met zijn dikke poten brak hij blauwe stukjes van de regenboog en die gooide hij in het water. Daarom kleurde de plas blauw. De kinderen waren moe, niemand had zin om nog verder te stappen. Fien was ook een beetje ziek. Ze gingen in het gras liggen. Noya maakte een vuurtje. Eikeltje en Jos vertelden over de rare beer. "Dat is Lisse Krakje, de wombat die denkt dat ze een ijsbeer is. Zij spreekt alleen met haar moeder en met andere ijsberen. Met ons zal ze niet willen spreken", zei Jos. "Dan moeten we ons verkleden", zei Lize, "als ijsberen". "Wat een goed idee!", riepen de andere kinderen. "Ja, dan kunnen we haar vragen te stoppen met de regenboog in stukjes te breken.", zei Hanne. Ze vonden witte lappen stof, wol en draadjes. Genoeg om voor iedereen een berenpak te maken. |
Lisse Krakje de wombat was erg blij met de komst van zoveel ijsberen.
Eigenlijk had ze nog nooit een ijsbeer gezien. Van haar mama wist ze dat ijsberen wit waren, dus dit moesten wel echte ijsberen zijn.
Ze praatten en zongen ijsbeerliedjes. Lisse Krakje had het erg naar haar zin.
Het stuk regenboog viel tussen haar poten uit. Elise raapte het vlug op.
De kinderen moesten maar weer es op pad. Ze zwaaiden naar Lisse Krakje, die met tranen van geluk terug zwaaide.
Samen met de reus, de eekhoorn en de vos zetten ze hun tocht verder.
Het landschap was nu niet meer zo grijs. Ze zagen blauwe en rode bloemen en bomen.
En wanneer Jarne de stukjes rode en blauwe regenboog tegen elkaar tikte, werd de natuur een beetje paars.
Eigenlijk had ze nog nooit een ijsbeer gezien. Van haar mama wist ze dat ijsberen wit waren, dus dit moesten wel echte ijsberen zijn.
Ze praatten en zongen ijsbeerliedjes. Lisse Krakje had het erg naar haar zin.
Het stuk regenboog viel tussen haar poten uit. Elise raapte het vlug op.
De kinderen moesten maar weer es op pad. Ze zwaaiden naar Lisse Krakje, die met tranen van geluk terug zwaaide.
Samen met de reus, de eekhoorn en de vos zetten ze hun tocht verder.
Het landschap was nu niet meer zo grijs. Ze zagen blauwe en rode bloemen en bomen.
En wanneer Jarne de stukjes rode en blauwe regenboog tegen elkaar tikte, werd de natuur een beetje paars.